De mogelijkheden om te differentiëren naar interesse zijn eindeloos. Je hoeft niet per sé te werken met de teksten of voorbeelden uit het werkboek, maar je kan zelf ook iets ontwerpen. Zolang leerlingen bezig zijn met de leerstof die op dat moment gezien of herhaald wordt, kan je met verschillende materialen werken.
Deze les was een herhaling van de verschillende soorten voornaamwoorden. Leerlingen hadden de theorie rond alle voornaamwoorden tijdens de les terug opgefrist en daarna werden er oefeningen gemaakt. Ik liet de leerlingen kiezen tussen teksten in het werkboek, of teksten die ik voor hen had uitgezocht. De onderwerpen van de teksten die ik had uitgezocht, liggen dicht bij de leefwereld van de leerlingen en spraken de leerlingen ook aan. Je kan hen als criteria geven dat ze minstens twee teksten moeten behandelen, om er zeker van te zijn dat ze genoeg oefening krijgen.
Leerlingen verbeteren aan de hand van verbetersleutels. Hebben ze bijvoorbeeld meer dan drie fouten per tekst gemaakt, moeten ze naar de leerkracht komen om samen de moeilijke zaken te bekijken.