Bij een leerweg kan je werken op differentiatie volgens tempo of niveau. In dit voorbeeld ligt de differentiatie vooral op niveau. Het voordeel hiervan is dat je de verschillen in de klas makkelijk kan opvangen. Leerlingen kunnen werken op hun eigen tempo om de oefeningen te doorlopen. Afhankelijk van hoe goed ze de leerstof onder de knie hebben, maken ze andere oefeningen. Leerlingen die problemen hebben bij dit onderwerp of die veel vragen hebben, kunnen deze gemakkelijk stellen aan de leerkracht. Je kan hier ook de medeleerlingen als coach laten fungeren en elkaar laten helpen waar nodig. De leerlingen die vragen hebben, worden zo snel geholpen en de medeleerlingen kunnen hun coachvaardigheden aanspreken en dieper op de leerstof ingaan doordat ze deze niet alleen leren toepassen, maar ook leren uitleggen.
De leerlingen krijgen bij het begin van de lessenreeks een leerweg aangereikt en een oefenbundel. Ze doorlopen op hun eigen tempo de leerweg en volgen de instructies. Na het maken van een oefening mogen de leerlingen zelf een verbetersleutel nemen. Als ze een bepaald aantal fouten maken per oefening moeten ze een andere weg inslaan, maar ook leerlingen die helemaal geen fouten maken moeten soms een andere weg inslaan. Op die manier krijgen de leerlingen niet het gevoel dat aan fouten maken een straf verbonden is. Bij meerdere fouten zijn de oefeningen de oefeningen die gemaakt worden herhaling op de vorige oefeningen zodat ze de leerstof extra inoefenen en beter verwerken. Als een leerlingen geen fouten gemaakt heeft, kunnen er extra oefeningen voorzien zijn van een hoger niveau om de leerlingen uit te dagen.